De kracht van Vrouw en Geloof
Onder invloed van allerlei maatschappelijke emancipatiebewegingen ontstond er eind jaren zeventig begin jaren tachtig bij vrouwen ook een behoefte aan emancipatie binnen de kerken. Zo ontstonden er vele vrouw-en-geloof-groepen. Zelf ben ik daar ook actief in geweest, zowel beroepsmatig als al vrijwilliger. Beroepsmatig omdat ik in dienst van het dekenaat Leiden tien jaar de dekenale vrouw-en-geloofgroep begeleid heb en diverse cursussen heb gegeven bij de dekenale vrouw-en-geloofgroep van het dekenaat Delft. Als vrijwilliger o.a. in de redactie van SARA-post, het blad voor Vrouw en Geloof binnen het bisdom Rotterdam, en in het bestuur van de Oecumenische Vrouwensynode. Van die vrouw-en-geloofgroepen is inmiddels niet heel veel meer over, maar er komen nog steeds hier en daar vrouwen bij elkaar. Om die geschiedenis niet verloren te laten gaan, heb ik 75 vrouwen uit die groepen en bijeenkomsten, en 6 oudkatholieke vrouwen, door heel Nederland heen geïnterviewd rond de vraag hoe Vrouw en Geloof hun leven beïnvloed heeft. Dat waren boeiende en vaak rakende gesprekken, omdat die groepen van grote betekenis zijn geweest voor de ontwikkeling van de deelnemende vrouwen. Ze groeiden in zelfbewustzijn, deden er allerlei vaardigheden op en groeiden naar een volwassen geloof. Duidelijk werd dat vrouwen zich binnen de reguliere kerkvieringen steeds minder thuis voelden, onder andere vanwege het gemis aan inclusief taalgebruik in teksten en liederen. In het boek wordt royaal geciteerd uit de interviews.
Op 20 september was de presentatie van het onderzoek met het boek: ‘Tot spreken heb je mij gehoord. De kracht van Vrouw en Geloof’ (Kampen, Uitgeverij Van Warven). Tijdens die presentatie gaf emeritus hoogleraar Peter Nissen een reflectie op het onderzoek. Hij vergeleek in die reflectie de vrouw-en-geloofgroepen met wat Tomás Halík in ‘De namiddag van het christendom’ beschrijft als de geloofsplekken van de toekomst: veilige, kleinschalige plekken waar gebeden en gemediteerd kan worden, waar geloofservaringen gedeeld kunnen worden en waar samen gezocht kan worden. Peter Nissen zei dat de deelnemers aan de vrouw-en-geloofgroepen wellicht, in vergelijk met Mozes die verspieders naar het Beloofde Land uitstuurde, verspiedsters zijn geweest van de kerk in een nieuw tijdperk.