Een plek voor iedereen

De pinksterviering belooft een bijzondere viering te worden, omdat er plannen zijn voor een gezamelijke viering van een aantal kerken in Leiden. Over de vorm en organisatie zijn nog niet alle details bekend. U vindt ze tezijnertijd hier.

‘Wonen overal nergens thuis’. Het lied van Huub Oosterhuis beschrijft het lot van veel mensen die ooit voor de liefde, voor een betere toekomst, op de vlucht voor oorlog en geweld, of om welke reden dan ook hebben gekozen om hun geboorteland achter zich te laten en naar een ander land te gaan. Vaak met als gevolg dat je levenslang een vreemdeling blijft in het nieuwe land, iemand die er in de ogen van velen niet echt bij hoort.

Met een tekst uit het boek Daniel komen vragen aan bod als: moet je je als vreemdeling volledig aanpassen (assimileren)? Of mag je ook je eigenheid (geloof, tradities e.d.) bewaren?

Bijbelteksten: Psalm 126 en 137, en uit Daniël 1 en 6

Veel groepen in de samenleving vragen aandacht voor hun visie. Studenten protesteren vanwege de banden met de fossiele industrie, discriminatie of Gaza. Daarbij botsen verschillende demonstranten met elkaar en met de universiteit. Hoe geven we bijvoorbeeld ruimte aan pro-Palestina demonstranten en aan studenten die zich vanwege hun joodse achtergrond bedreigd voelen? Is iemand die niet gehoord wordt, wel in staat om te gaan luisteren? We gaan in op het Exodus-verhaal waar het volk Israël eraan herinnerd wordt dat ze slaven – mensen zonder stem – in Egypte zijn geweest.

Tekst:  Exodus 20:1–17 – De Tien Geboden

‘Elkaar tot spreken horen’ is de titel van een gedicht van Lies Thielens. Deze titel is ontleend aan een ervaring die Nelle Morton opdeed in het werken met vrouwengroepen. Binnen de groepen hoorden vrouwen elkaar tot spreken. Dat heeft grote invloed gehad op de deelnemende vrouwen. Deze ervaringen van vrouwen zijn opgetekend in het boek: ‘Tot spreken heb je mij gehoord. De kracht van Vrouw en Geloof’. In dat luisteren naar elkaar ontstond wat Marijke de Bruijne verwoordt in haar Intochtslied: ‘herinnerd te worden aan hoe wij bedoeld zijn’. In dat luisteren naar elkaar ontwikkelde zich een nieuwe taal en werd de pijn verwoord van een louter mannelijk spreken over God. Er werden vragen gesteld bij een traditionele bijbeluitleg. Exemplarisch daarvoor is wat er in de traditie gebeurd is met het verhaal over de vrouw die Jezus zalfde.

Tekst: Marcus 14: 1-11